Betere foto’s maken met iPhone: basisregels
1. Maak je camera regelmatig schoon
Gedurende de dag raak je je smartphone honderden keren aan, waardoor de cameralenzen onvermijdelijk vet worden. De frontcamera wordt bijzonder snel vies omdat deze tijdens het bellen tegen je wang komt. Vette vingerafdrukken kunnen je foto’s ook subtiel verpesten. Vage plekken in het beeld vallen vaak pas op wanneer je de foto’s achteraf bekijkt.
Neem een microvezeldoekje mee (zoals voor brillen) of veeg ten minste de lenzen snel even af met de rand van je T‑shirt voor je een foto neemt. Een simpele maar nuttige gewoonte.
2. Gebruik de rasteroptie
Dezelfde regels gelden in mobiele fotografie als in de professionele wereld. Probeer bijvoorbeeld de horizon niet te kantelen. Het is ook een goed idee om de regel van derden te volgen: plaats onderwerpen in het linker‑ of rechterderde van het beeld en laat de overige twee derde leeg. Zo wordt de compositie krachtiger.
Toch is er voor elke regel een uitzondering. De vorige tip voegt dynamiek toe aan het beeld, wat niet altijd gewenst is. Bij foodfotografie is het bijvoorbeeld vaak beter om het onderwerp in het midden te houden.
Nog een tip: je kunt de regel van derden gemakkelijk volgen met de optie "Raster" in de camera‑instellingen.
3. Vergrendel de focus
Tik op het scherm en je ziet een klein vierkant met een zon‑icoon verschijnen. Het object in dit vierkant krijgt prioriteit; de camera past de belichting (hoe goed het object wordt verlicht) en de focus aan.
4. Maak meerdere opnamen tegelijk
Wanneer je spelende kinderen of prachtige uitzichten vanuit een autoraam fotografeert, mis je gemakkelijk het perfecte moment door net iets te vroeg of te laat af te drukken. Geen zorgen! Schakel de modus "Live Photos" in. Met deze modus legt je camera telkens een korte animatie van 1,5 seconde vast. Uit die reeks kun je het beste frame kiezen.
Zo doe je dat: open de foto, tik rechtsboven op "Wijzig" en zoek onderaan naar het pictogram met het Live Photos‑symbool. De app toont alle vastgelegde frames, zodat je de beste kunt selecteren en als "Sleutelfoto" kunt instellen.
5. Zorg dat HDR is ingeschakeld
HDR (of "Smart HDR" bij modellen na de iPhone X) helpt je om gedetailleerdere foto’s te maken, vooral wanneer er zowel hele lichte als hele donkere delen zijn. Bijvoorbeeld als de zon fel schijnt en je onderwerp in de schaduw staat.
In HDR‑modus maakt je iPhone meerdere opnamen met verschillende belichtingen en voegt die automatisch samen om het optimale evenwicht tussen licht en schaduw te vinden. Zo worden details in donkere gebieden verbeterd en overbelichting voorkomen.
6. Ga niet te dicht erop
Hoe dichter je camera bij het onderwerp is, hoe meer vervorming zichtbaar wordt in het beeld. Dit is vooral merkbaar bij portretten waarbij het gezicht het hele kader vult. Dat komt doordat de hoofdlens van de iPhone een groothoek is en het glas licht bol is. Dit ontwerp laat meer ruimte in beeld, maar veroorzaakt onvermijdelijk vervorming naar de randen toe.
Een eenvoudige tip: als je een persoon of groep fotografeert, neem dan een stapje afstand en gebruik de zoom. Zo verminder je de vervorming en oogt het eindresultaat natuurlijker.
Foto gratis bijsnijden
